
Foto: Shutterstock
De overgangsperiode naar de menopauze gaat vaak gepaard met subjectieve cognitieve klachten, die vaak worden omschreven als een “hersenmist” (brain fog). Deze omvatten geheugenproblemen, een verminderde concentratie en mentale vermoeidheid. Een recente literatuurstudie heeft onderzocht hoe deze symptomen samenhangen met structurele veranderingen in de hersenen die worden veroorzaakt door hormonale schommelingen.
De geanalyseerde studies toonden een afname van het volume van de grijze stof in hersengebieden die cruciaal zijn voor cognitieve functies, waaronder de frontale en temporale cortex en de hippocampus — belangrijke structuren voor geheugenprocessen en besluitvorming. Deze volumeverminderingen bleken samen te hangen met specifieke achteruitgangen in geheugenprestaties, met name in verbale en visuospatiële vaardigheden.
Daarnaast werd een grotere aanwezigheid van witte-stof-hypersignalen waargenomen op MRI-beelden, wat wijst op weefselbeschadiging. Dit kwam vooral voor bij vrouwen met een vroege menopauze of frequente opvliegers. Deze letsels zijn waarschijnlijk het gevolg van een verminderde doorbloeding van de witte stof en worden in verband gebracht met een verhoogd risico op neurologische symptomen zoals evenwichtsstoornissen, stemmingsveranderingen, cognitieve achteruitgang, en een grotere kans op een beroerte of dementie.
Toch wijzen sommige gegevens op een gedeeltelijk herstel van het volume van de grijze stof na de menopauze, wat duidt op adaptieve neuroplasticiteit van de hersenen. Een verhoogde dichtheid van oestrogeenreceptoren tijdens de overgangsperiode zou bovendien een compenserend mechanisme kunnen vormen voor de dalende hormoonspiegels, al is dit soms ook in verband gebracht met slechtere geheugenprestaties.
Veranderingen in de cerebrale bloeddoorstroming en het energieverbruik van de hersenen benadrukken verder de impact van deze overgang op de neurale integriteit en functionele veerkracht.
Deze bevindingen, gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van de Menopause Society, benadrukken dat een beter begrip van de onderliggende factoren van cognitieve klachten kan helpen om effectieve therapieën te ontwikkelen.
Delen via e-mail