Tijdsveranderingen hebben een significante maar tijdelijke invloed op de slaap, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Universiteit van Bristol, gepubliceerd in het Journal of Sleep Research.
Analyse van slaapgegevens van 11.800 UK Biobank deelnemers toont aan dat tijdsveranderingen in de lente en herfst de slaapduur significant veranderen.
Het onderzoek bevestigt dat deelnemers ongeveer een uur minder slapen op de zondag na de overgang naar de zomertijd in de lente. In de herfst daarentegen sliepen de deelnemers gemiddeld slechts een half uur meer, ver van het theoretische extra uur.
Er werden ook sekseverschillen waargenomen. Mannen herstelden hun slaap tijdens de week, terwijl vrouwen het slaapverlies niet leken te compenseren en zelfs minder sliepen na de tijdsverandering, wat verband zou kunnen houden met meer slapeloosheid of slaapstoornissen.
Zelfs als het effect van korte duur is, kan het slaapverlies als gevolg van de tijdsverandering in het voorjaar ernstige gevolgen hebben, omdat het in verband wordt gebracht met een verhoogd risico op hartaanvallen, beroertes, verkeersongevallen en depressie. Het is daarom essentieel dat deze effecten op slaap en gezondheid worden meegenomen in het huidige debat over het afschaffen van de tijdsverandering.